Wachten op de Cover: Een Schets van Mijn Schrijfchaos

Gepubliceerd op 21 september 2025 om 15:55

Het is een vreemd gevoel, dat wachten. Alsof je een pakje hebt besteld bij de post en elke dag naar de brievenbus staart, maar dit keer is het geen impulsieve aankoop op Bol.com,  het is de cover van mijn debuutroman Bloedrecht. November kruipt dichterbij, de lancering bij StoryLand lonkt als een lokaal vuurwerk boven de Schelde.

Ik refresh mijn mail wel honderd keer per dag, op zoek naar een update van de ontwerper. Ik sta er niet om bekend dat ik veel geduld heb, dus het is soms echt moeilijk om zomaar af te wachten. Superbenieuwd ben ik natuurlijk, want de cover voor Het Manuscript heb ik zelf gemaakt, een knutselklus uit pure passie maar voor Bloedrecht wordt het iets groters: MaryDes Designs, wereldbefaamd, neemt het voor zijn rekening.

Mijn verwachtingen liggen hoog; ik hoop op iets dat de rauwe vibe van het boek uitstraalt, die grijze straten en zilte wraakgeur in één oogopslag vangt. In plaats van te kniezen, deel ik het hier op mijn blog: laten we bijpraten over wat er borrelt in mijn hoofd en op mijn bureau.

Eerst even dit: Het Manuscript, dat korte verhaal dat ik een paar maanden geleden de wereld in slingerde als een proefteugje van wat komen ging, heeft me de laatste weken doen blozen. Bijna honderd exemplaren verkocht... ja, je leest het goed.

Ik heb het in de eerste plaats geschreven omdat ik gewoon heel graag schrijf en toen het af was, dacht ik: waarom brengen we het niet gewoon uit in zelfbeheer? Dus ik heb alles zelf gedaan, van schrijven tot cover en publicatie. Nu we bijna aan die honderd zitten, besef ik dat het toch een unieke prestatie is. We krijgen lovende recensies binnen, en we verkopen zowel in België als Nederland. Dat moment waarop de teller tikte en ik dacht: "Dit is echt"? 

Het bevestigt dat mijn stem resoneert, en daardoor kan ik de lat voor Bloedrecht hoger leggen qua verwachtingen. Honderd vreemden (of bekenden) die mijn woorden laadden en Steve Thijsen lieten worstelen met zijn demonen in dat vervloekte chalet op camping Het Lusthof. Ik had het nooit verwacht.

En de reviews... och, de reviews. Ik ben overweldigd, serieus. Eigenlijk raakt elke review me en het is altijd bang afwachten wat je erin gaat lezen. Maar tot nu toe zijn ze allemaal positief geweest. Wat ik één van de leukste dingen vind die gezegd worden, is dat de lezers houden van mijn vlotte manier van schrijven.

Ik wil het ook allemaal niet te moeilijk maken, een verhaal lezen moet vlot gaan, en dat probeer ik te doen met hoe ik mijn verhalen vertel. 

Die woorden raken me dieper dan lof alleen; ze voelen als brandstof voor de volgende bladzijde, validatie dat mijn rauwe, Vlaamse stijl werkt.

Dan is er nog dat berichtje dat me bijna van mijn stoel blies. Een bekende regisseur van kortfilms, ik noem geen namen, want privacy en zo, pingt me op, getriggerd door de synopsis van Het Manuscript.

Het was vooral de beschrijving van het verhaal dat hem aanspreekt; ik weet niet of hij het al gelezen heeft. Dus voor hetzelfde geld komt er niets van, maar dat maakt me ook niet echt uit.

Alleen al het idee dat er een verfilming van zou kunnen komen, streelt toch ergens mijn ego.

Het kan geen kwaad om groots te dromen, toch? 

Ondertussen pruttelt Deman door, mijn tweede boek. Negentig procent klaar, een milestone die ik even moet laten bezinken.

Ik denk dat Deman niet te vergelijken valt met Bloedrecht, dat in november uitkomt. Al zullen de lezers wel ergens een link kunnen vinden. Bloedrecht is echt een keiharde thriller met veel emoties, maar Deman is meer gefocust op een politieonderzoek en heeft ook wel die persoonlijke emoties.

Al kan ik wel zeggen dat ik alles wat er gebeurt expliciet zal blijven beschrijven, net zoals in Bloedrecht. Het is een beest, geworteld in dezelfde modderige Antwerpse bodem, met lagen die dieper snijden: familiebanden, geheimen.

Die laatste tien procent? Het voelt als een sprint naar de finish, maar met een berg in zicht.

Nog even, en dan is het af... Ik kan niet wachten om het los te laten.

En daarna? Daarna droom ik van een bundel kortverhalen. Waarom specifiek nu?

Ik heb altijd heel graag de boeken met korte verhalen van Stephen King gelezen, het is leuk om in je bed te kruipen met een boek en toch een heel verhaal te kunnen lezen in één keer. En ik heb nog zoveel ideeën, dus lijkt me een bundel met korte verhalen een logische keuze.

Je mag ook niet vergeten dat een volwaardige roman schrijven een langdurig werk is, waar je met heel veel dingen en personages rekening moet houden.

Dus een bundel met kortverhalen lijkt me logisch om mezelf en de lezer kort plezier te bezorgen. Het is als een stoot adrenaline: een idee grijpen, het uitknijpen tot het bloedt, en het in vijftienduizend woorden afleveren. Geen epossen die je jaren ketenen, maar flitsen van leven – een moord in de haven, een wraakfantasie op de Meir. Een ode aan het efemere, geïnspireerd door de straten waar ik opgroeide, de verhalen aan de keukentafel.

En ja, een knipoog naar die regisseur,  wie weet wat daaruit groeit.Terwijl ik wacht op die cover, op de drukpers, op wat er na Deman komt, besef ik: schrijven is wachten, maar ook doorbijten.

Antwerpen gromt buiten mijn raam, en ik grom terug.

Blijf tuned, lezers. De storm komt eraan.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.